Toen ik in 1979 naar de MEAO ging, leerden we dat de definitie van economie was: “De wetenschap die zich bezig houdt met het algemene nut.”

De maatschappij had behoeftes om verder te komen en daar speelde de overheid en het bedrijfsleven op in. Nu, na 40 jaar neoliberalisme is economie helaas verworden tot de wetenschap die zich bezig houdt met het streven naar maximale winst. 

De verzorgingsstaat moest plaatsmaken voor de vrije markt. De overheid trekt zich steeds verder terug omdat volgens onze ondernemerspartijen, zoals de Wroem-VVD, de markt prima zichzelf kan controleren. Dat we geen garages meer nodig hebben die de APK uitvoeren maar dat iedere autobezitter veel beter zijn eigen auto kan keuren. Je rijdt er per slot van rekening iedere dag in en kent de auto als geen ander. Beetje naïef is het wel om te denken dat, als het om heel veel geld gaat, de gemiddelde ondernemer eerst aan de maatschappij denkt en dan aan zijn eigen portemonnee.  De sjoemelsoftware in de auto-industrie.  Tien jaar paardenbiefstuk voor runderbiefstuk verkopen en ondertussen de grote bedrijven en lobbyisten laten meeschrijven aan wetten die de maatschappij ten goede komen. Ze bepalen de sfeer op straat maar belasting betalen ze op de Kaaimaaneilanden.

De Club van Rome zei al in 1972 dat er een grens zit aan de groei. Toch hebben we daarna van groei onze corebusiness gemaakt en het mantra blijft maar door de wandelgangen gonzen.  

Tot ik Klaas Dijkhof tijdens de afgelopen algemene beschouwingen hoorde vertellen over zijn vader en zijn linkse ooms die bij Philips werkten. Hij vertelde over de verantwoording die het bedrijf nam voor zijn werknemers en van de Eindhovense samenleving. Het klonk alsof Dijkhof was overgestapt naar de PVDA. Hij gaf toe dat het geld bij de bedrijven tegen de plinten aanklotste en dat er te weinig bij de werknemers terecht kwam. Zou Dijkhof dan toch echt “de slimste” zijn. Beetje laat is het wel. 

De heilige groei zit nu echt aan z’n grens. Niet volgens het bedrijfsleven of de politiek. Als het aan hen ligt gaan we gewoon door. Lelystad wordt het volgende Schiphol. De economie draait als een speer. De werkloosheid is historisch laag, met dank aan het 0 uren of flex contract.  

De verslaving naar groei is zo hardnekkig dat we rechters nodig hebben om ze tot afkicken te dwingen.  De stikstof uitstoot moet naar beneden.  We mogen pas weer een huis bouwen als er koeien en varkens verdwijnen.  Het is eigenlijk natuurlijk nog veel erger.  Bedrijven als Tata steel en andere grote vervuilers voldoen aan de stikstofeisen zolang zij zichzelf mogen controleren. In werkelijkheid is de uitstoot veel hoger wat eigenlijk betekent dat er voorlopig helemaal niet meer mag worden gebouwd.  Op dit moment is de wachttijd voor een sociale huurwoning in Utrecht een kleine 10 jaar. Als je je op je 17e inschrijft als woningzoekende kun je al op je 27e het huis uit.  Hoeveel verder dit gaat oplopen is de vraag. Mocht je woonruimte nodig hebben na een scheiding dan wordt je verzocht om eerst een aantal jaren illegaal in een caravan te wonen en je post bij vrienden te laten bezorgen.

Mocht je geen caravan kunnen bemachtigen dan is er gelukkig nog de daklozenopvang

Mogelijk zijn er in 2020 235.000 woningen te weinig en dan heb ik het nog niet over de betaalbaarheid van de bestaande woningvoorraad. Ik voorspel dat niet het beleid de schuld krijgt. Net als bij de drugsproblematiek krijgt straks de consument de schuld van het stikstofprobleem. Het is niet de schuld van de luchtvaart die goed is voor 50% van het totale probleem maar het is onze schuld. Zolang wij met het vliegtuig op vakantie gaan, is het onze eigen schuld dat er niet meer gebouwd wordt en dat we straks het ouderlijk huis helemaal niet meer kunnen verlaten. Dit gaat de CO2 print voor mantelzorgers in ieder geval zeer positief beïnvloeden.  

Ik verheug me d’r nu al op. 

Jan van Piekeren

Geef een antwoord