Net zoals we al heel lang praten over “voor Christus en na Christus”, zullen we het ook nog heel lang hebben over “voor Corona en Na Corona”. Allebei toevallig voor C. en na C. Voor C. klotste het geld nog tegen de plinten en na C. was het geld heel lang op. Voor C. hielden we als volk de banken overeind en na C. de hele economie. Voor C. waren economische groei en de “vrije” markt heilig en na C.….. Ja, wat na C.?

Ik had voor C. al zo mijn vraagtekens of groeien, groeien, groeien de goddelijke oplossing was voor alle aardse problemen. We zijn natuurlijk al 40 jaar met oogkleppen op aan het groeien, groeien, groeien. Steeds sneller, steeds efficiënter, met z’n allen in de ratrace om een paar procent te groeien. Het klimaat naar de klote en iedereen depressief of een burn-out. Ik vond het voor C. al gekkenwerk. 

Volgens mij is er veel meer geld te verdienen met het inventariseren van de duizenden weeffouten die in ons systeem zitten. Gewoon door dingen net even anders te organiseren.  Een kleine aanpassing kan een godsvermogen opleveren. Ik zal een voorbeeldje geven. Gewoon één klein praktijkvoorbeeldje waar er volgens mij ontelbare van zijn. 

Mijn bijbaantje in de coffeeshop is in Woerden. Het pand staat op een prachtig punt, net de stad uit richting Bodegraven, langs de Oude Rijn. Het is best een behoorlijk drukke provinciale weg. Precies voor de shop staat een net gerestaureerde ophaalbrug. De brug wordt ieder jaar van Pasen tot oktober bemand. De brugwachter houdt zich keurig aan één of ander wetje uit de 19e eeuw, waarin staat dat verkeer op de weg moet wachten op een boot. Begrijpelijk toen de wet gemaakt werd. In de praktijk kwam het er toen op neer, dat een wandelaar moest wachten, als er een boot aankwam. Dat dit wetje nu heel anders uitpakt kunnen we in Woerden dagelijks meemaken. 

Voor C. ging de brug minimaal 10 tot 12 keer per uur open. Voor iedere boot werden de slagbomen gesloten en ontstond er aan beide zijden van de brug een rij van minstens 30 auto’s. Tijdens de spits was 100 auto’s ook heel normaal.  Toen ik me realiseerde hoeveel geld het kost dat al deze mensen niet door konden met hun werk, maar moesten wachten op het bootje met vier Duitse toeristen, ben ik eens een sommetje gaan maken. Gewoon om te kijken wat zo’n antiek wetje kost.

In Woerden gaat de ophaalbrug  180 dagen X 10 uur X 10 keer per uur zo’n 18.000 keer open per jaar. Als er gemiddeld 40 auto’s per keer staan te wachten dan zijn dat 720.000 bestuurders (dan tel ik nog niet de bijrijders) die allemaal 4 minuten staan te wachten. Als een gemiddeld uurloon 30 euro is, dan kost 4 minuten wachten 2 euro. Per seizoen is dat 720.000 x 2 euro = 1.4 miljoen. In Nederland zijn in totaal 1.500 ophaalbruggen x 1.4 miljoen is totaal 210.000.000. Zegge: Tweehonderdentienmiljoen. En dan heb ik het nog niet over de frustratie en gezondheid van de chauffeurs die alweer voor zo’n kutbrug staan te wachten.

Nee, natuurlijk wil ik, na C. niet alle pleziervaart verbieden of alle ophaalbruggen op het wegdek vastnagelen. Ik vind het heerlijk om te varen maar het kan natuurlijk ook anders. We kunnen natuurlijk ook afspreken dat de brug vier keer per uur open gaat voor plezierbootjes en tijdens de spits even niet. Hebben we volgens mij toch de eerste 150 miljoen binnen. .

Volgens mij hebben jullie allemaal wel  eens zo’n ophaalbrugmomentje. Zien jullie, vanuit jullie perspectief, ook van die kleine weeffoutjes in het systeem. Van die ogenschijnlijk nietszeggende weeffoutjes waar niemand het over heeft en waar jij dagelijks tegenaan loopt en van denkt: “Zonde van het geld.” Laten we met elkaar op zoek gaan naar al die miljarden die al jaren onder onze neus verdampen, zeker nu groeien, groeien, groeien wel heel erg voor C. klinkt.

Als je nog een ideetje hebt, hoor ik het graag.

Jan van Piekeren

Geef een antwoord