Zanger Jan van Piekeren brengt ode aan ‘zijn’ Utrecht: ‘Intens gelukkig dat ik hier woon’

Hij werd geboren in Enschede en groeide op in Duitsland en IJsselstein, maar zanger/entertainer Jan van Piekeren (56) voelt zich nergens gelukkiger dan in ‘zijn’ stad Utrecht. Met zijn nieuwe lied  Ik kom uit Utreg brengt hij een ode aan de stad die zijn hart heeft gestolen.

Ach, Utrecht! Jan van Piekeren raakt er nooit over uitgezongen. „Naarmate ik ouder word, besef ik steeds meer hoe mooi onze stad is. Loop ik op zaterdagmorgen vanuit mijn huis naar de binnenstad, dan geniet ik zó van die mensen, gebouwen, straten en grachten. Mooier dan Nice of welke stad ook. Dan ben ik intens gelukkig dat ik in Utrecht woon.”

En dus moest het er van komen: een ode aan de stad. Ik kom uit Utreg moet een waardige opvolger worden van Als ik bovenop de Dom sta, het onofficiële Utrechtse volkslied van Utrechter Rijk de Gooyer dat vooral bekend werd in de uitvoering van cabaretier Herman Berkien.


Naarmate ik ouder word, besef ik steeds meer hoe mooi onze stad is Jan van Piekeren

Hij zingt een paar regels en doet de bewegingen voor. „Moet je je voorstellen als straks het hele stadion zo heen en weer deint.” En niet voor het laatst vandaag schalt zijn aanstekelijke schaterlach door de woonkamer van zijn charmante kleine benedenwoning in Tuinwijk. Wie met Jan van Piekeren praat, wordt vanzelf vrolijk

Moet je echt mazzel hebben hoor, een vrouw vinden die dat accepteert

Van Piekeren is een gelukkig mens, met de wind in de rug. Niet in materieel of financieel opzicht, want hij heeft al lang geleden afscheid genomen van de perceptie dat geld gelukkig maakt. Hij leeft van wat zijn muziek opbrengt (‘niet veel’) en een avond per week werken in een coffeeshop (‘ook niet veel’) .

Maar hij heeft des te meer in levensvreugde. Dankzij zijn grote liefde Jelleke met wie hij al twintig jaar lief en leed deelt en die hem alle ruimte geeft om te doen wat hij het liefst doet: veel op pad zijn en veel spelen. „Moet je echt mazzel hebben hoor, een vrouw vinden die dat 

Maar ook dankzij ‘de jongens’ van zijn band Van Piekeren, in het bijzonder zijn vaste gitarist Johan Fransen, met wie hij al decennia in kroegen, op festivals en podia of gewoon op straat speelt. „Johan is een fantastische gitarist. We voelen elkaar naadloos aan, op het podium en wanneer we samen liedjes maken, ik de teksten, hij de muziek. Zonder Johan zou ik nergens zijn.”

Duitsland

Dat hij zich tot de muziek zou bekeren lag niet voor de hand toen hij dik een halve eeuw geleden werd geboren in Enschede, waar zijn vader als luchtmacht-militair was gestationeerd. Kort na zijn geboorte verhuisde het gezin naar een luchtmachtbasis in Duitsland. „Het was een Nederlandse enclave. Iedereen woonde bij elkaar, alle vaders zaten in het leger, alle moeders deden het huishouden. Er werd erg op je gelet. Nogal benauwend. Als je daaraan wilde ontkomen, moest je creatief zijn. Ik heb er goed leren liegen.”

Ik redde me met mijn vlotte babbel

„Dat mooie lied is ook alweer veertig jaar oud, dus het wordt tijd voor wat nieuws. We hebben er een soort trage haka (Nieuw-Zeelandse krijgsdans – red.) bij bedacht, zodat je op het refrein kunt meebewegen en -stampen. Ik hoop dat ze het straks in het stadion draaien”, vertelt Van Piekeren.

Tot een mislukte zakendeal, waar hij – ‘naïef als ik ben’ – zonder veel nadenken in was gestapt hem dreigde op te breken. „Ik werd letterlijk met de dood bedreigd. Ik was doodsbang, durfde niet meer naar buiten en raakte in een psychose. Ik zag overal vijanden. Heel beangstigend, ook omdat ik besefte dat ik echt reden had om bang te zijn.”

Ik wist: geld en bezit maken mij niet gelukkig. Zo wil ik niet meer leven, ik wil vrij zijn, mijn eigen dingen doen.Jan van Piekeren

Ik wil mensen raken met mijn liedjes. Mijn boodschap? Geef om elkaar, we hebben elkaar allemaal nodig, want niemand kan het alleen.

Later verhuisde het gezin terug naar Nederland en kwam in IJsselstein terecht. “Dat was een cultuurschok. Opeens zat ik naast Peter van de visboer en Corrie van de groenteboer. Heel andere kinderen dan de kinderen van militairen die ik kende. Zij moesten erg aan mij wennen en ik aan hen. Ik redde me met mijn vlotte babbel.”

Hij ontvluchtte zijn woning en woonde een tijd in de Utrechtse daklozenopvang, waar hij ervoer dat de lijn tussen alles hebben en niets hebben heel dun is. „Als je pech hebt en een paar keer een verkeerd besluit neemt, kan het jou ook overkomen. Ik heb er een levenslange empathie voor dak- en thuislozen aan overgehouden.”

Hij weigerde medicijnen en kwam op eigen kracht de psychose te boven. Maar alles was anders geworden. „Ik wist: geld en bezit maken mij niet gelukkig. Zo wil ik niet meer leven, ik wil vrij zijn, mijn eigen dingen doen.” En dat was: schrijven en optreden.

Zijn eerste grote project was een rockopera die zich afspeelt in Nieuwegein, over de liefde tussen een Papoeameisje en een medewerker van een coffeeshop. „Deels autobiografisch, want ik werkte in een Nieuwegeinse coffeeshop en had zo’n meisje als vriendin.” Opgevoerd werd de opera nooit, omdat de financiering niet rond kwam. „Maar het thema is nog steeds actueel en het zou fantastisch zijn als het er nog eens van kwam.”

Doorbraak

Van Piekeren maakte een veelgeprezen nummer met videoclip over de Voorstraat voor de VPRO en was diverse keren te gast in het programma De Taalstaat van radio-eminentie Frits Spits. Wekelijks speelt Van Piekeren in theaters in het hele land en de band is geregeld te gast bij RTV Utrecht en andere lokale radio- en tv-stations. Onder de noemer Utregticana staat Van Piekeren al vier seizoenen iedere laatste vrijdag van de maand in de Kargadoor, samen met andere Nederlandstalige (plaatselijke) artiesten.

Een doorbraak naar een groter, landelijk publiek hangt in de lucht, maar is allerminst zeker, zegt Van Piekeren. „We zitten nu in de top van de Eerste Divisie en willen promoveren naar de Eredivisie. Maar dat kunnen we niet alleen, daar hebben we hulp bij nodig. Daar zoeken we naar.”

En komt die grote doorbraak niet, ook geen man overboord. „Dan ga ik gewoon door met wat ik nu doe: schrijven, optreden, muziek maken, genieten van het leven. Kan ik iedereen aanraden trouwens.”

lees artikel bij de AD

Geef een antwoord