Nu Nederland weer op een kier staat, wordt er steeds meer een beroep gedaan op ons gezonde verstand.

Natuurlijk houden we het RIVM in de gaten, maar kom op, we zijn toch niet achterlijk. We weten nu onderhand wel dat we elkaar niet mogen tongen. Jaha, hoesten in de elleboog, dat is je eigen elleboog en niet de elleboog van de kassière bij de supermarkt. 

Nu vliegtuigen weer worden volgepropt

Logisch dat iedereen vanuit zijn eigen verhaal nu de rand van de kier opzoekt. De antiracismeprotesten hebben aangetoond dat we zelfs met duizenden mensen op 1,5 meter kunnen demonstreren, dus kunnen er ook wel meer mensen op ons terras. Nu de vliegtuigen weer worden volgepropt met toeristen, vindt de begrafenisondernemer dat er ook veel meer familie bij het afscheid mag zijn, al is het maar om eindelijk weer wat te verdienen aan de rubberen broodjes kaas en omacake.  

Thuisblijvers vermaken

Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook licht zie aan het eind van de kier. Positief erin, niet blijven hangen in wat niet mag, maar focus op wat wél kan. We waren er snel uit. Deze zomer geen duizenden kilometers door Nederland crossen, maar veel op de fiets de stad in om op straat te spelen. Heerlijk langs de plekken trekken waar de 1,5 meter geen bezwaar is en alle thuisblijvers een beetje vermaken. Nee, natuurlijk geen kleingeld in een gitaarkoffer maar helemaal 2020 met QR-code en tikkie enzo. Helemaal RIVM; meezingen verboden

Geen muzikant, maar demonstrant

De afgelopen jaren hebben we er een sport van gemaakt om zonder straatartiesten-vergunning tòch op te treden. Het is in Utrecht namelijk verboden om versterkt op straat te spelen. Ik erger me daar al heel lang aan. Als ik met mijn stembanden vijf liedjes zonder versterking zing, heb ik drie dagen helemaal geen stem meer. Gelukkig hebben we het in Utrecht goed geregeld. Wat als straatmuzikant niet wordt toegestaan, mag als demonstrant wel. Als ik als individu demonstreer hoef ik dat niet eens te melden bij de gemeente. Vandaar dat we de laatste jaren geen straatmuzikanten meer zijn, maar demonstranten. Ik kan mijn stem laten horen en ik raak hem niet meer kwijt. 

Het nieuwe niet normaal

Maar omdat de Boa’s al maanden op hun tandvlees lopen om “het nieuwe niet normaal” in goede banen te leiden, leek het me beter om deze zomer wel een vergunning te regelen.

Tot zover mijn positieve instelling

Toen ik op het gemeentehuis mijn handen had gedesinfecteerd en bij de balie vroeg bij welk loket ik moest zijn, vertelde de op veilige afstand gepositioneerde dame, dat er door C. geen ontheffingen voor straatartiesten wordt afgegeven. Tot zover mijn positieve instelling.  Als ik wilde weten hoe het precies zat, moest ik even contact opnemen met de afdeling vergunningen.

Culturele overmacht

Thuis belde ik het magische telefoonnummer 14 030 en nadat ik de Stad had ingesproken zat ik in de volgende ronde om contact te krijgen met de juiste ambtenaar. Er volgde een keuzemenu waar het me bij “druk vier” al begon te duizelen. Bij “druk zeven” was ik vergeten waar ik voor belde. Ik verbrak de verbinding.  Nog een keer bellen. Nog een keer de stad noemen en goed concentreren om het winnende nummer niet te missen. Gelukkig was de laatste keuze “overige vragen”. De vriendelijke ambtenaar had alle begrip voor mijn pleidooi, maar kon helaas niets voor me doen. Culturele overmacht. 

Eindelijk gehoord worden

Mocht je volgende week door het centrum van Utrecht wandelen en je hoort muziek, weet dan dat het geen muzikanten zijn die daar zingen, maar demonstranten die klaar zijn met het thuiszitten en net als onze gekleurde medelanders eindelijk gehoord willen worden. 

Jan van Piekeren

lhttps://straatnieuws.nl

Jan van Piekeren schrijft.

Geef een antwoord