Tjonge jonge wat vliegt de tijd. Dit jaar is het alweer dertig jaar geleden dat ik mijn eerste poging deed om op het podium te klimmen. Ik had voor een half uur materiaal bij elkaar en ging meedoen aan het Amsterdams Kleinkunst Festival. Vier liedjes en vier verhalen met een kop en een staart, nul podiumervaring, nul opleiding, maar exhibitionistisch genoeg om er toch voor te gaan. Ik had de gouden tip gekregen om dicht bij jezelf te blijven en erop te vertrouwen dat de waarheid het leukst is, als je het op je eigen manier verteld.

boterhammen op de achterbank

Een van de verhalen speelde zich af op een maandagmorgen. Mijn dochter zat in de bovenbouw. Ze was het weekend bij mij geweest en ik had haar de volgende dag met de auto naar de lagere school gebracht. Toen ik weer naar huis reed zag ik dat ze haar boterhammen voor de lunch op de achterbak had laten liggen. Voor het speelkwartier stond ik weer bij haar school om de broodtrommel aan haar te geven.

ik kende har van gezicht

Bij het hek stond ook nog een moeder te wachten dat de pauze zou beginnen. Ik kende haar wel van gezicht, wist dat ze Lotte heette maar had haar verder nooit gesproken. Het is een van mijn specialiteiten om met onbekenden een babbeltje te maken, zonder het over het weer te hebben.

zo’n lullig versleten washandje

“Goh, heb jij dat nou ook, dat als je over zo’n leeg schoolplein kijkt, dat al die herinneringen van vroeger weer boven komen. Dat als de bel van het speelkwartier ging, de hele school, met deur en al, naar buiten stormde, om als eerste bij dat ene knikkerpotje te zijn, dat ene potje waar alleen jij binnen een straal van anderhalve meter alle hindernissen kende, zodat je die dag niet met zo’n lullig versleten washandje, zonder knikkers naar huis hoefde.”

Lotte haalde alleen haar schouders maar reageerde verder nauwelijks.

stoet minderjarige zombies

Op dat moment ging de bel maar in plaats van de taferelen die ik me uit mijn jeugd herinnerde, ging de deur nu bijna geruisloos open en kwam er een stoet minderjarige zombies de deur uit, autistisch starend op hun telefoon. De stoet schoof het plein over, ging tegen het hek aan hangen en bleef daar hangen tot het speelkwartier was afgelopen. Mijn dochter ziet me staan, komt op me afhollen, neemt de boterhammen in ontvangst en zegt: “Pa kun je dokter Phil voor me opnemen, ik heb vanmiddag corvee, dus dat red ik niet en het is mijn lievelingsprogramma “

kinderen mogen geen kinderen meer zijn

Ik schaamde me kapot. Tot zover “de onbezorgde jeugd”. Niks knikkeren, Dr. Phil. Lotte kijkt mijn kant op en ik zeg: ”Het lijkt wel of kinderen tegenwoordig geen kinderen meer mogen zijn, veel te jong, veel te veel, veel te wijs.”

loverboys in polonaise

Ik probeer weer een beetje lucht en humor in het gesprek te krijgen. “Aan de andere kant, als je tegenwoordig te lang kind blijft, dan moet je helemaal uitkijken dat er geen misbruik van je wordt gemaakt of dat de loverboys in polonaise achter je aanlopen, of dat die aardige overbuurman die aan je vraagt of je heel goed geheimen kunt bewaren. Misschien een leuk idee voor John de Mol “wie is de LUL”…..

ik probeerde haar te troosten

……Ik was zo druk aan het kletsen dat ik niet eens had gezien dat Lotte naast me stond te huilen. Ik probeerde haar te troosten, leg een hand op haar schouder en vraag haar wat er mis is, heb ik soms iets verkeerds gezegd.

Door haar tranen heen kijkt Lotte me recht in mijn ogen en zegt: “was ik 20 jaar geleden maar geen kind geweest.”

Jan van Piekeren

straatnieuws.nl

Geef een antwoord